Toon komt uit een groot gezin van 4 jongens en 3 meisjes. Hij was de derde in de rij. Van zijn 14e tot zijn 24e werkte hij mee op de boerderij van zijn ouders, daarna ging hij aan de slag bij een terrazzobedrijf, waar ze keukenaanrechten en dergelijke maakten. Toen hij in 1965 conciërge werd op middelbare school het Jacob-Roelandslyceum in Boxtel, had hij echt zijn plek gevonden. “Dat werk had ik eigenlijk een beetje aan mijn zusje Joke te danken. Tijdens mijn sollicitatiegesprek met de rector vroeg hij mij bij het horen van mijn achternaam of ik misschien familie van haar was. Zij had als dienstmeisje bij hem gewerkt. ‘Dat is toevallig een zusje van me’, zei ik. Ja, toen was ik binnen.” Hij werkte er 25 jaar en kan daar nog steeds uren over vertellen. Hij had het er enorm naar zijn zin.
Toen hij met pensioen ging, moest Toon daar dan ook erg aan wennen. Maar stilzitten, daar deed hij niet aan. Hij ging veel fietsen, werkte in de tuin, ging kaarten. Hoewel hij erg actief was, gingen toch op een gegeven moment de jaren tellen. “Op een dag liep ik met mijn broer langs de seniorenwoningen in de Kloosterhof. ‘Je moet daar een huisje zien te krijgen’, zei hij tegen mij. ‘Nee joh’, antwoordde ik, ‘zo oud ben ik nog helemaal niet’.” Toon moet lachen: “Ik was toen 80!” Niet veel later verhuisde hij naar precies zo’n senioren appartement en daar heeft hij geen moment spijt van gehad. “Ik woon hier met veel plezier.”
In de Kloosterhof woont Toon zelfstandig, maar kan hij ook zo de gang oversteken naar het aangesloten dienstencentrum, waar allerlei activiteiten georganiseerd worden. Tot een paar jaar geleden ging hij er nog regelmatig bridgen en biljarten, maar dat gaat hem nu niet meer zo goed af. En hoewel hij een klein voortuintje heeft, gaat daar in werken niet meer zo makkelijk. “Ach”, verzucht Toon. “Het wordt toch allemaal wat minder. Je kunt er wel nog heel goed uitzien, op een gegeven moment wil je lichaam niet meer zo. Maar mijn geest is nog goed hoor.”
Sinds hij 10 jaar geleden in het ziekenhuis heeft gelegen, ontvangt Toon thuiszorg. “Eerst kwam er een andere organisatie om me te helpen”, vertelt hij. “Maar bij hun was ik afhankelijk van wanneer zij konden komen, dus dan moest ik maar afwachten hoe laat ze tijd voor me hadden. Standby komt op uur en tijd, dat is heel fijn. Zij passen zich aan mij aan. Met Standby weet ik waar ik aan toe ben. En het wordt ook nog eens bijna helemaal vergoed.”